Nationaal Holocaustmuseum: ontworpen op het scherpst van de snede

Architect Uri Gilad (Office Winhov), gedelegeerd opdrachtgever Micha Wijngaarde en Kitty Huijbers en Michiel IJskes van ABT kijken terug op een bijzonder proces.
Het museum in de voormalige Hervormde Kweekschool (1888) presenteert de geschiedenis van de Nederlandse Jodenvervolging aan de hand van 2.500 voorwerpen, foto’s en films, geluidsopnamen, documenten en installaties. Samen met de gerenoveerde Hollandsche Schouwburg, aan de overkant van de straat, behoort het tot het Joods Cultureel Kwartier. De renovatie van de Hollandsche Schouwburg maakte deel uit van hetzelfde project.

Tijdens de oorlog gebruikten de nazi’s de crèche als verzamel- en deportatieplaats voor Joodse kinderen. Henriëtte Pimentel, directeur van de crèche, hielp honderden van hen ontsnappen. Onder meer via de Kweekschool werden ze naar onderduikadressen gesmokkeld. Bij de renovatie is de vluchtgang (via de Kweekschool naar buiten) weer zichtbaar gemaakt.
In de Kweekschool was van 2016 tot 2020 het tijdelijke Nationaal Holocaustmuseum in oprichting gevestigd. De verbouwing nam vier jaar in beslag. Veel is daarbij veranderd. De gevel van een gebouw uit de jaren zestig werd gesloopt. Op deze plek is een nieuwe museumentree gerealiseerd. Die springt flink in het oog dankzij een lichte bakstenen gevel. Architect Uri Gilad (Office Winhov) koos daar bewust voor. Hij wilde geen donker gebouw, maar een museum dat een heldere relatie heeft met de omgeving. In de historische ruimte ontwierp hij een tentoonstellingsruimte voor vaste en tijdelijke exposities en een auditorium. Ook kwam er ruimte voor educatieve programma’s. Op de verdiepingen is de nationale geschiedenis gepresenteerd, lokale geschiedenis is op de begane grond te zien. Daar is ook te zien wat er in het gebouw is gebeurd, verrijkt met geprojecteerde teksten van geredde kinderen op de muur.
Uri heeft veel in het buitenland gewerkt. “In een land als Zwitserland werken architecten en ingenieurs vanaf het begin nauw samen. In Nederland is dat minder gebruikelijk, maar bij dit museum is het gelukkig wel zo gegaan. Daar ben ik blij mee, want als alles in een beperkte ruimte moet gebeuren, is goede samenwerking belangrijk. Neem de stroomcapaciteit. Een transformator vlak voor het gebouw zou lelijk en ongepast zijn. Ingraven was geen optie. Bij een normaal project calculeren technici dan met extra marges, dan pakt het altijd goed uit. Hier ging dat niet, alles is op het scherpst van de snede ontworpen.” Hij prijst de ingenieurs voor hun vindingrijkheid. “Het budget was niet onbeperkt, het was passen en meten. Maar het is goed gelukt.”

Technische uitdagingen bij Nationaal Holocaustmuseum
De verbouwing bracht allerlei uiteenlopende technische uitdagingen met zich mee. Niet het minst ingewikkelde karwei was de boring voor de warmte-koude-opslaginstallatie in de binnentuin. De constructeurs van ABT en medewerkers van M.J. de Nijs en Zonen losten dit op door op 8 oktober 2021 een gigantische kraanwagen dwars door het gebouw te manoeuvreren, stapvoets, door een speciaal gemaakte doorgang van 5 meter hoog. Het was millimeterwerk.
“Zo gingen we van de ene uitdaging naar de andere,” kijkt constructeur Michiel IJskes terug. “Neem alleen al de manier waarop de installaties moesten worden ingepast. We wilden dat zo respectvol mogelijk doen. In zo’n beladen plek past alleen superkwaliteit.” De constructie van de Kweekschool en de Hollandsche Schouwburgwerd door ABT grondig geanalyseerd, zodat de mogelijkheden optimaal konden worden benut met behoud van de historische waarde. Michiel: “De gevel van de Hollandsche Schouwburg is volledig kaal gemaakt en daarna zorgvuldig hersteld.”
De installatietechniek in de voormalige kweekschool is verticaal uitgelegd, zegt Kitty Huijbers, adviseur bouwfysica en duurzaamheid bij ABT. Samen met Michiel en enkele andere collega’s was ze betrokken bij de integrale technische advisering rond de verbouwing. “De vrije hoogte van de drie verdiepingen wilden we behouden. Oorspronkelijke schoorstenen zijn teruggebracht voor het leidingwerk van nu.”
Micha Wijngaarde, als projectleider bouw verantwoordelijk voor de realisatie, zocht bewust een allround ingenieursbureau dat dit soort uitdagingen integraal kon afwegen. “Het is een ingewikkeld gebouw,” licht hij toe. “Je krijgt te maken met constructievraagstukken, akoestiek, luchtkwaliteit, installaties, looproutes, beveiliging, brandveiligheid. Maar je wilt vooral een prachtig museum maken. Dan heb je liever niet zes of zeven verschillende ingenieursbureaus aan boord.” Het proces is te beschrijven als een langdurige worsteling met soms botsende eisen, vat hij samen. “Maar daarvan is niets meer te zien. Je ziet vooral de zorgvuldigheid waarmee het is gedaan. Daar zijn we allemaal trots op.”
“Dit was niet zomaar een opdracht,” zegt Kitty. “Het verhaal dat in dit museum wordt verteld, maakt diepe indruk. Dat heeft ons werk een bijzondere lading gegeven. Nu het museum klaar en ingericht is, beseffen we extra goed hoezeer dit project ons aan het hart gaat.”
Dit artikel is gepubliceerd in de voorjaarseditie van ABT Magazine.
(vlnr Uri Gilad, Michiel IJskes, Micha Wijngaarden en Kitty Huijbers)
(beelden © Sander Koning)
