Home » Nieuws » Hout speelt glansrol in de versnelling naar Paris Proof
14-01-2025

Hout speelt glansrol in de versnelling naar Paris Proof

Jacco Pauw
Hout is warm en sfeervol, geeft een ‘natuurlijk’ gevoel en je creëert er prettige omgevingen mee. “Hout wordt vooral gewaardeerd om beleving” aldus Jacco Paauw.

“Ik denk vanuit de pluspunten van houten gebouwen. Als we de Paris Proof-agreement willen halen in 2050, moeten we de CO2-footprint terugbrengen naar nul. Hout is een belangrijke sleutel om versneld die richting op te gaan. Zeker als we houtprojecten verstandig en integraal ontwerpen.”

De afgelopen jaren is de wens om te bouwen met biobased materialen duidelijk aan een revolutie bezig; opdrachtgevers, projectontwikkelaars, architecten en aannemers tonen een toenemende interesse in hout. “Maar door de opkomst van materialen als staal, steen en kunststoffen, zijn we het bouwen met hout en biobased materialen, zoals we vroeger deden, nogal verleerd”, meent Jacco Paauw, bouwfysisch adviseur, gespecialiseerd in hout.

De focus ligt nu op het beperken van de carbon footprint bij de materialisering van gebouwen. “Het tempo waarmee we trachten de Paris Proof-agreement te halen ligt echter zo laag,  dat we in drie jaar door ons CO2-budget heen  zijn. Het gaat dus niet snel genoeg. Net als biobased materialen, kan hout een glansrol  spelen in de versnelde transitie. Het is immers hernieuwbaar en slaat CO2 op. We kunnen ons  niet permitteren om die extra eigenschap te  laten liggen.”

Om met hout te bouwen is specifieke kennis nodig. We leren van landen die van oudsher een rijke houtbouwtraditie kennen, zoals Scandinavië, Noord-Amerika en Canada. “Binnen Oosterhoff hebben wij inmiddels grip op het ontwerpen met hout. Maar in Nederland staat het in de kinderschoenen, omdat aannemers voor nieuwe uitdagingen staan nu we hogere en grotere woongebouwen bouwen”, zegt hij. “We hebben verschillende studies uit Zweden en Canada gelezen. Niet alleen over brandveiligheid en geluid, want dat hebben we steeds beter in de vingers, maar ook over andere specifieke aandachtspunten.”

“Daarnaast hebben we ons verdiept in de vraag waar ons hout vandaan komt, zoals uit bossen in eigen land, Oostenrijk en Duitsland. Wat blijkt? Ondanks dat houtbouw flink in opkomst is, groeien de Europese bossen ook. De capaciteit van de duurzame bossen zijn we dus niet aan het uithollen”, ontdekte hij. Dat is nog een belangrijk voordeel van bouwen met hout.

Houtlab

Houtlab is een houten gebouw met een CLT draagconstructie, gelegen langs de A59. Adviesbureau Lüning tekende voor de constructie. ABT verzorgde de bouwfysische, akoestische, brandtechnische en installatietechnische advisering.

Beeld © Woody Builders

Vocht-managementplan

Natuurlijk zijn er aandachtspunten. Vocht, te hoge of te lage temperaturen, schimmels, tocht, brandveiligheid en geluidsoverlast; uitdagingen die nu eenmaal kleven aan de toepassing van biobased materialen. Neem vocht. “Een gebouw staat er niet in een dag en we hebben al moeite om te voorspellen of het morgen gaat regenen, laat staan of het de komende zes maanden gaat gebeuren. Je weet dat je met het weer te maken krijgt en toch komen er later problemen boven tafel omdat men geen plan heeft voor als het regent tijdens de uitvoering”, zegt Jacco. “Daarom doen wij vroeg in de ontwerpfase een risicoanalyse. We denken strategisch na over waar we willen bouwen en in welk seizoen, brengen risico’s op vochtproblemen in kaart en maken vervolgens een vocht-managementplan.”

Bij houtbouw is er dus nog meer noodzaak om vanaf de start met alle partijen aan tafel te zitten. ABT werkt met specialisten die precies weten wat belangrijk is in welke fase. Integraal adviseren is juist bij houtbouwprojecten verstandig. “Aan tafel hebben wij als bouwfysisch adviseurs een bijzondere plek. Wij voegen kwaliteit toe in de stukken van de andere partijen. Wij vertellen hen wat ze nodig hebben en kijken daarbij naar de kwalitatieve aspecten: de hoeveelheid daglicht, energiezuinigheid, warmte, het voorkomen van vochtproblemen, brandveiligheid, geluidsisolatie”, vertelt Jacco.

Anticiperen op akoestiek

Jacco: “Ten opzichte van conventionele gebouwen is het bijzonder dat bij houten gebouwen de houten opbouw niet alleen de opbouw van de vloer betreft, maar ook de constructieve knooppunten waar vloer, gevel, kolommen en balken elkaar raken. Ook die bepalen het niveau van geluidsisolatie, want het zijn verzwakkingen die een belangrijke rol spelen. Daar is extra kennis voor nodig. Wij praten in een vroege fase met de constructief adviseur over deze knooppunten en proberen daar demping in te realiseren of een knip in de vloerdelen.”

Verder kijken dan je neus lang is

Hout is licht van gewicht. Trillingen van houten vloeren is daarom een aandachtspunt, in zowel woningen als kantoren. Om de vloer zo trillingsarm mogelijk te maken, wordt gekeken naar de overspanning, of het een stijve vloer is en hoeveel massa erop komt. Geluid is ook trilling, dus als het om geluidsisolatie gaat, is er binnen de regelgeving in Nederland een bandbreedte tussen lage tonen (125 Hertz) en hoge tonen (2000 Hertz). “Wat blijkt? Voor hout- en betonconstructies kun je prima op hetzelfde niveau ontwerpen binnen deze bandbreedte. Maar als je de bandbreedte iets oprekt naar 63 Hertz, wordt het verschil groter en gaat ineens de prestatie van hout onderuit, omdat het materiaal weinig massa heeft”, weet de bouwfysisch adviseur. “Binnen de regelgeving leveren betonnen appartementengebouwen al klachten op. Laat staan als je met hout bouwt. Dus moet je naar een hoger niveau en de lagere frequenties meenemen. Wij kijken altijd verder dan onze neus lang is en nemen dit mee in al onze projecten.”

Dan is er nog de financiële haalbaarheid. Hout heeft andere eigenschappen dan reguliere bouwmaterialen als beton en staal. Het is lichter van gewicht, niet onbrandbaar en niet-uniform van structuur. “Als we echt duurzaam willen bouwen, is het noodzakelijk dat we niet alleen kijken naar duurzaamheid vanuit de CO2-impact en het grondstofgebruik, maar ook naar duurzaamheid zoals de lange levensduur, weinig onderhoud en de hoge kwaliteit van het materiaal. Houten gebouwen hebben meer restwaarde dan betonnen panden (zie rwigebouw.nl). Dat rechtvaardigt ook dat houtbouw gemiddeld tussen de 10 en 15% duurder is dan beton.” Als aannemers echter bekender worden met het materiaal en de bouwwijze, zal er meer grip op de risico’s ontstaan en scherper worden aangeboden. Jacco: “Je mag verwachten dat het verschil in prijs langzaam kleiner wordt. Daarbij kun je sneller bouwen met hout en ook dat is financieel aantrekkelijk. Als we het proces goed inrichten kunnen we break even en zelfs goedkoper bouwen met hout. Dat zal niet lang op zich laten wachten.”

The Base Schiphol

Greig & Stephenson en Studio Ni3 ontwierpen voor The Base Schiphol een atrium met een bijzondere houtconstructie. Het atriumdak bestaat uit houten gelamineerde liggers, die in een diagonaal patroon de ruimte tussen de twee lage vleugels overspannen. De overspanning bedraagt 21,6 meter en de kap heeft een boogvorm met een toog van 3,4 meter. ABT was hier constructief adviseur en voerde kwaliteitsinspecties uit.

Beeld © Bernard Faber

Hout Totaaladvies: grip op techniek, kosten en proces

Binnen Oosterhoff bundelt ABT de specifieke expertise en ervaring met bbn adviseurs, Adviesbureau Lüning en Huygen om houtprojecten succesvol duurzaam, haalbaar en maakbaar te maken. “We vliegen een opgave integraler aan. We zetten met een compleet ontwerpteam onze expertise zo vroeg mogelijk in om de kwaliteit te verhogen, de bouwkosten te verlagen en de opdrachtgever efficiënt te bedienen”, zegt Jacco. Zo is het adviesproduct ‘Hout Totaaladvies’ ontwikkeld, speciaal gericht op opdrachtgevers, projectontwikkelaars, architecten en aannemers die hun duurzaamheidsambities willen verwezenlijken. Jacco zet hierbij zijn specifieke kennis in over de fysica van hout (‘houtfysica’). Adviesbureau Lüning is het eerste contactpunt voor de markt. “Hout Totaaladvies voorziet in een behoefte. We hebben nu opdracht voor de integrale advisering voor de Heemtuinen in Vlaardingen en begeleiden Houtbouw De Nijs bij hun conceptontwikkeling.”

Designinstallaties

Jacco heeft naast alle techniek ook oog voor de belevingsaspecten van hout. “Wat ik ambieer is een houten gebouw te ontwerpen met weinig installaties. De luchtkanalen en roosters die we wel nodig hebben zijn zó mooi ontworpen, dat het zichtbare designinstallaties zijn. Ook hoop ik dat de comforteisen worden versoepeld. Dat geeft ons meer ruimte om duurzame en prettige gebouwen te maken met extra verdiepingshoogte die bijdragen aan de beleving van de bewoners.”

Dit artikel is gepubliceerd in de Wintereditie 2024-25 van ABT Magazine.

Beeld header  © Sander Koning