Home » Nieuws » “Nederland kan mondiaal koploper in duurzaam beton worden”
25-05-2023

“Nederland kan mondiaal koploper in duurzaam beton worden”

Een subsidieaanvraag van 250 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds moet de ontwikkeling, productie en toepassing van duurzaam beton de komende jaren een enorme stimulans geven.

De toekenning wordt in juni 2023 verwacht. Het Betonakkoord deed de aanvraag met het plan Beton reinvented. ABT leverde er strategische input voor. Een gesprek met Jacqueline Cramer, voorzitter Betonakkoord en Niki Loonen, adviseur duurzame betontechnologie.

Jacqueline Cramer: “Met ‘Beton reinvented’ lopen we wereldwijd voorop. Het plan draagt niet alleen bij aan substantiële verlaging van de milieudruk van beton, maar versterkt ook de innovatiekracht en concurrentiepositie van onze bedrijven. We beogen niet alleen verduurzaming op productniveau, maar een fundamentele systeemverandering. Die willen alle partijen in de betonketen samen gaan realiseren.”

De subsidie uit het Nationaal Groeifonds moet nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken en versnellen. Als adviseur is ABT breed betrokken bij de transitie naar duurzaam beton en staat alle ketenpartijen bij met advies: producenten, aannemers, adviseurs en opdrachtgevers. In opdracht van het Betonakkoord onderzocht ABT vorig jaar de prestaties van een veertiental koplopers in innovatie en verduurzaming in de betonmarkt. Niki Loonen: “We keken naar duurzame bindmiddelen, alternatieve wapening en grondstoffen, hergebruik en verlengde levensduur. In alle schakels van de betonketen vinden innovaties plaats. Sommige zijn al ver in ontwikkeling, andere zijn in een pilot aangetoond.”

Zin en onzin scheiden

Jacqueline: “ABT is een onafhankelijke en objectieve kennispartner voor het Betonakkoord. Niki en zijn team helpen ons de zin van de onzin te scheiden. Nederland kan de toon zetten en mondiaal koploper worden in duurzaam beton. Maar dan moeten we vernieuwers handelingsperspectief bieden en in de markt krijgen. Wat zijn daarbij de bottlenecks?

Er was aanvankelijk veel scepsis over duurzame alternatieven. Gelukkig staat er veel techniek klaar, zo blijkt. En van de noodzaak tot verduurzaming hoeven we niemand meer te overtuigen. Toch gaat zo’n proces niet vanzelf. Wij nemen partijen bij de hand, luisteren en werken aan een realistisch pad.”

Ze vervolgt: “Aanbestedingseisen van opdrachtgevers zijn het belangrijkste sturingsinstrument. Harmonisatie daarvan is van groot belang om een gelijk speelveld te creëren en de vernieuwers zicht te geven op hun investeringskansen. Hierover lopen onderhandelingen met het Rijk. Willen we klimaatneutraal bouwen in 2030, dan moeten de aanbestedingseisen naar een strakker niveau. De prestaties die koplopers al kunnen leveren zijn leidend voor het pad waarlangs die aanscherping moet gaan plaatsvinden. In 2021 zijn we begonnen met de formulering van aanbestedingseisen, en elke 2 jaar tot 2030 zouden deze aangescherpt moeten worden.”

Lagere CO2-uitstoot

Welke technologieën en ontwikkelingen zijn onderzocht? Allereerst duurzamere bindmiddelen. Zo wordt bij klinkervervanging een deel van het portlandcement vervangen door een bindmiddel met een lagere CO2-uitstoot. Bij toepassing van geopolymeer bindmiddel is helemaal geen portlandcement meer nodig. De CO2-uitstoot valt zo aanzienlijk lager uit dan bij cementbeton. Ander punt is dat vliegas en hoogovenslak steeds schaarser worden door inkrimping van de kolenindustrie en verduurzaming van de staalindustrie. Daarom wordt, mede door ABT, bijvoorbeeld al gewerkt aan betonsamenstellingen op basis van alternatieven als reactief circulair materiaal en vulkanisch as. Verder zijn er de ontwikkelingen van bindmiddel of reactieve vulstof uit reststoffen als cementrecyclaat. Ook voor wapeningsstaal zijn alternatieven beschikbaar, zoals staven uit glas-, basalt- en koolstofvezel. Deze materialen hebben een lage ‘embodied carbon’ en een extreem lange levensduur omdat ze niet roesten. Met zelfhelend beton worden scheuren in constructies gedicht en neemt de levensduur toe.

De hoeveelheid krimpwapening kan fors worden verminderd dankzij zelfhelend beton. Resultaat: minder onderhoud en reparaties en een langere levensduur. Niki: “Met deze en meer technologieën en ontwikkelingen is de weg naar zero impact beton ingezet. Vanuit het Betonakkoord gaan we ondersteunen dat ze de pilotfase voorbijkomen en ook bouw- en civieltechnische toepassingen kunnen vinden. De Nederlandse bouwsector heeft geen brede innovatiecultuur. Het is dus zaak om economische risico’s deels weg te nemen. Een prototype maken is gemakkelijk, serieproductie is moeilijk. Innovaties blijven nogal eens hangen. Vanuit het Betonakkoord kunnen we ervoor zorgen dat ze gecertificeerd worden. Als ingenieurs zijn wij de spil in dit type processen.”

‘Dit is hét moment’

Jacqueline Cramer is er enthousiast en helder over: dit is hét moment. De milieuproblematiek is niet meer vrijblijvend. Het Betonakkoord wil in de transitie voor dynamiek zorgen en prikkelen tot vernieuwing. Circulair ontwerpen en het industrialiseren van bouwprocessen; het gaat op alle niveaus plaatsvinden. De Milieu Kosten Indicator kan echt omlaag. “We weten nu aan welke knoppen we moeten draaien. In plaats van een beoordeling op de samenstelling van beton, moeten we innovaties op de te leveren prestaties beoordelen, bijvoorbeeld levensduur, milieu-impact en veiligheid. De route is om in 2030 alle betonreststromen te hergebruiken in nieuw beton. Dus beton niet meer als granulaat onder wegen, maar weer los recyclebaar als zand, grind en cement. Maar nogmaals, we denken verder dan het product. Zo werken we ook aan ideeën voor slim, modulair en circulair ontwerpen met beton en voor emissieloos vervoer. En met een jaarlijks werkplan organiseren en stimuleren we kennisontwikkeling, kennisverspreiding en innovatie en laten dat aansluiten op onderwijs en opleidingen.”

Enorm verdienpotentieel

Jacqueline Cramer weet zeker: in het buitenland gaat het veel minder hard dan bij ons. Er liggen voor Nederland grote kansen, er is een enorm verdienpotentieel. De subsidie van het Nationaal Groeifonds gaat voor een vliegwieleffect zorgen. “We kunnen op een georkestreerde manier gaan opschalen. We willen daarbij niet alleen de grote partijen mee krijgen, maar vooral ook het MKB. Je doet zo’n systeemverandering met elkaar. Het Betonakkoord is er het fundament voor. We zitten voor mijn gevoel kort voor de bocht en gaan een fase van exponentiële vernieuwing in.”

Het Betonakkoord

Aan het in 2018 gesloten Betonakkoord nemen bouwbedrijven, recyclingbedrijven, grondstoffenleveranciers, prefab- en betonmortelleveranciers, bindmiddelleveranciers en opdrachtgevers deel, waaronder het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, ProRail, diverse gemeenten en provincies en private partijen. Het Betonakkoord zet zich in voor de verduurzaming van beton, gericht op CO2-reductie, circulaire economie, innovatie en onderwijs, en natuurlijk kapitaal. De ondertekenaars willen samen de concurrentiekracht verbeteren, de werkgelegenheid laten groeien en de export vergroten, zonder concessies te doen aan kwaliteit, veiligheid en levensduur van beton. De belangrijkste ambities die in 2021 zijn geformuleerd:

  • klimaatneutraal in 2030;
  • zoveel mogelijk hergebruik van betonelementen;
  • 100% hoogwaardig recycling van het vrijkomend beton in 2030;
  • materiaalreductie door slim, modulair en circulair ontwerpen.
© Jacques Kok
© Dingena Mol
© Dingena Mol

Over Jacqueline Cramer

Prof. dr. Jacqueline Cramer is hoogleraar Duurzaam Innoveren aan de Universiteit Utrecht. Van 2007 tot 2010 was zij Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Sinds 1990 was zij deeltijds hoogleraar naast haar functie bij TNO. Vanaf 1999 adviseerde zij vanuit haar eigen consultancybureau Cramer Milieuadvies meer dan tweehonderd bedrijven over de integratie van duurzaamheid in hun business-strategie en in productketens. Momenteel is Jacqueline Cramer regisseur van verschillende keteninitiatieven om complexe transitieprocessen in de praktijk te brengen, zoals het Betonakkoord, het Bouwakkoord Staal en Dutch Circular Textile Valley.

Dit artikel is gepubliceerd in het ABT Magazine, mei 2023.

Beeld header © Dingena Mol