CO2-gestuurd ontwerpen: voorbij de rekensommen

Het reduceren van operationele emissies is niet langer voldoende. ABT pleit voor de Whole Life Carbon-aanpak, waarbij ontwerpers op gebouw-, element- en materiaalniveau de milieu-impact kunnen verlagen. Een gesprek met constructeur Lonneke van Haalen en adviseur bouwfysica Kitty Huijbers.
Breder dan alleen operationeel
“Sinds lange tijd is er een focus op energiebesparing in de bouw, al sinds de invoering van de EPG in 1995. Ook bij ons. Maar al snel ontstond de wens om voorop te lopen”, herinnert Kitty zich. “Waar CO2-gestuurd bouwen begon met een focus op operationele emissies en energie, evolueerde ons denken gestaag naar een veel bredere visie op duurzaamheid; met veel aandacht voor materialen en de winst in milieu-impact die daar te behalen is.”
Van gescheiden werelden naar geïntegreerde aanpak
In eerste instantie werden energie en materialen los van elkaar beschouwd, geeft Lonneke aan. “Maar dat schuurt vaak: een keuze die gunstig uitpakt voor energie kan zeer nadelige effecten hebben voor de materialen, en andersom. Neem PV-panelen: gunstig voor de energie, maar met een grote milieu-impact vanwege de benodigde materialen. Wil je de juiste keuzes maken dan is het zaak materiaalkeuzes en energieoplossingen op hun totale impact te beoordelen. Dit heeft geleid tot onze holistische Whole Life Carbon-benadering waarin wij alle aspecten van het gebouw én de gehele levensduur meenemen. Zo kun je gebalanceerde keuzes maken die niet alleen de actuele impact in ogenschouw nemen, maar ook die in de verre toekomst.”
Innovatieve tools als sturingsmiddelen
Om deze complexe afwegingen te ondersteunen, ontwikkelt ABT eigen analysetools. “Zo lanceerden wij zo’n 10 jaar geleden de Milieu Impact Monitor, de MIM, die wij kunnen draaien om de milieu-impact van een constructie te berekenen wanneer er een Revit-model is”, vertelt Lonneke. Deze tool is meer dan een rekenmodel: het is een strategisch instrument dat ontwerpers helpt de CO2-impact van materialen vroeg in het ontwerpproces inzichtelijk te maken. “Daarnaast is onlangs door Quake, de denktank van Oosterhoff, MIO (Milieu Inzicht bij Ontwerp) ontwikkeld. In deze online tool kun je als het ware recepten samenstellen van bouwelementen waardoor je op een realistische manier gebouwonderdelen met elkaar kunt vergelijken. In MIO kan bijvoorbeeld een vloeropbouw integraal vergeleken worden, waarbij behalve de constructie akoestiek meegenomen kunnen worden om zo een vloeropbouw in hout gelijkwaardig te maken aan diezelfde vloeropbouw in beton.”

Fundamenteel anders denken
De Whole Life Carbon-benadering is echter veel meer dan een technische kwestie; het is een fundamentele verschuiving in denken. Kitty: “We werken bij ABT veel samen met architecten en opdrachtgevers die ons gedachtegoed onderstrepen. Een steeds groter deel van de markt is klaar voor deze ontwikkelingen. Enerzijds groeit het besef dat we, door aan de voorzijde van het ontwerp andere keuzes te maken, grote milieuwinst kunnen behalen. Anderzijds raken we steeds meer doordrongen van het feit dat de materiaalstroom niet oneindig is, en dat het blijven dumpen van afval op de aarde niet zonder gevolgen blijft. Steeds vaker wordt er gesproken over hergebruik van bestaande gebouwen en materialen. Slopen is het nieuwe roken.” Lonneke knikt: “In de huidige tijd kun je het je niet veroorloven om zomaar iets weg te gooien wat nog goed is. We worden
uitgedaagd om de waarde van bestaande gebouwen en materialen te zien, nu en in de toekomst. Voldoet de gevel niet meer? Dan kan het nog steeds mogelijk zijn om de structuur erachter te hergebruiken.”
Een blik in de toekomst: dynamische klimaatconcepten
Waar het eerst alleen om energiebesparing ging, en daarna ook over materiaal- en elementengebruik, kijkt ABT alweer verder. “Waarom zou je een gebouw zo ontwerpen dat er binnen altijd dezelfde condities zijn, terwijl er buiten van alles gebeurt? En het bovendien ook heel prettig en gezond is tijdens je werkdag ook feeling te houden met buiten?”, vraagt Kitty. “Wij dagen opdrachtgevers uit na te denken over dynamische klimaatconcepten. In dit ‘Being outside inside’-concept draait het om het creëren van gebouwen die dynamisch reageren op hun omgeving, in plaats van zich af te sluiten. Denk aan een entreehal waar mensen hun jas nog aan hebben; waarom zou je daar de temperatuur op 21 graden zetten? Je kunt ook alleen een warme bubbel creëren rondom het receptiedeel. Deze benadering draagt niet alleen bij aan de gezondheid, maar bespaart ook energie.”

Toegepast in project
Hergebruik houten spanten bij Vliegkamp Valkenburg
Op het voormalige Vliegkamp Valkenburg is gebouw 326 getransformeerd naar een duurzaam gebouw met comfortabele kleinschalige productiewerkplekken.
Toegepast in project
Dynamisch klimaat bij Paleis van Justitie Den Haag
Bij de vernieuwbouw van Paleis van Justitie ligt de focus op een circulaire aanpak én het gebruikerswelzijn. Onderdeel hiervan is het dynamisch klimaatconcept; dit stelt de mens centraal in plaats van het gebouw.


Toegepast in project
Hergebruik bestaande bouwdelen bij hoofdkantoor dsm-firmenich
In het nieuwe Paris Proof hoofdkantoor van dsm-firmenich zijn oud en nieuw verenigd. Er is een 3-laags kantoorvleugel met techniekruimte gerealiseerd op de bestaande ondergrondse parking, én een atrium tussen de nieuwbouw en de monumentale ambachtsschool.
Toegepast in project
Hergebruik bouwkundige onderdelen bij SL2
Het gebouw SL2 op Utrecht Science Park wordt gerenoveerd voor de faculteit Bètawetenschappen. Grote winst wordt behaald bij het geplande hergebruik van binnenwanden.

Los van de sommetjes
Volgens Kitty en Lonneke is het ook belangrijk verder te kijken dan regels en sommetjes. “Je ziet dat het in de markt vaak nog om de getallen en de sommetjes gaat. Denkend vanuit het te behalen getal kun je monodisciplinair extreme keuzes maken die niet altijd bijdragen aan de kwaliteit van het geheel”, waarschuwt Kitty. “Het doel is gebouwen met lange levensduur en hoge gebruikskwaliteit, en die waarde is niet altijd in cijfers uit te drukken.” Bovendien, zo zegt Lonneke, is het gevraagde getal soms niet heel streng. “Het behalen ervan is dan niet echt moeilijk. Als kritische techneuten dagen wij onszelf graag uit. Het per project beter doen, dat is ons doel. Dat het gewenste sommetje behaald is, is voor ons dus geen reden te stoppen met verder kijken. Die hang naar duurzaamheid zit in het DNA van ABT en van alle mensen die hier werken. Net als de wil om ontwerpen te maken die haalbaar en maakbaar zijn. Wij zijn niet van alleen roepen, maar willen ook waarmaken.”

“De zoektocht naar optimaal en maximaal CO2-gestuurd ontwerpen is nooit afgerond.”

Voortdurende dialoog
Kitty concludeert: “Als je de ontwikkeling die CO2-gestuurd ontwerpen doormaakt op een tijdslijn zet, zie je deze verschuiven van energie naar materiaal en elementen, naar comfort en gezondheid. Dat is het pad waarop wij als ABT graag het voortouw nemen.” Lonneke valt haar bij: “Dat kunnen we echter niet alleen. Niet alleen moet iedere adviseur vanuit de eigen discipline nadenken over milieuwinst, we moeten daarnaast samen optrekken met opdrachtgevers, architecten en bouwers. En daarbij het besef hebben dat de zoektocht naar optimaal en maximaal CO2-gestuurd ontwerpen nooit is afgerond. Het is een voortdurende dialoog; een dynamisch proces van leren, aanpassen en vernieuwen.”
Dit artikel is gepubliceerd in de zomer 2025 editie van ABT Magazine.