Home » Projecten » Nationaal Militair Museum

Nationaal Militair Museum

Op het terrein van de voormalige vliegbasis Soesterberg is in 2014 het Nationaal Militair Museum geopend. Het museum huisvest collecties van het Legermuseum uit Delft en het Militair Luchtvaartmuseum uit Soesterberg. In opdracht van Heijmans ontwierp Felix Claus Dick van Wageningen Architecten een museum met een bijzonder groot dakoppervlak. ABT ontwierp onder andere de staalconstructie van het dak.
Opdrachtgever Heijmans @ Ventures B.V.
Doorlooptijd 2011-2014
Markt Kunst en cultuur
In samenwerking met Felix Claus Dick van Wageningen Architecten
Locatie Soesterberg
Projectomvang 30.000 m² BVO
Expertises

Het dak

Een spectaculair onderdeel van het museum; dat is het dak. Dit beschermt niet alleen bezoekers tegen alle weersomstandigheden, maar bevat ook alle technische installaties. Het dak is 4 voetbalvelden groot en is daarmee een waar huzarenstukje. Het bestaat uit een staalconstructie die voldoende stijf moest zijn voor de glazen gevels en ruimten tot 85 meter moest kunnen overspannen. De gevelkolommen bevinden zich aan de buitenkant van de glazen puien en zijn, net als de dakluifels rondom, aan temperatuurveranderingen onderhevig. ABT ontwierp een driedimensionaal balkenraster, bestaande uit vakwerken in twee richtingen. Relatief lichte, stalen profielen in de 4 meter hoge, ingenieuze constructie verdelen de belastingen. Het dak is grotendeels zichtbaar en is daarmee het meest prominente onderdeel van de architectuur van het museum.

Zo licht mogelijk

De uitdaging was een zo licht mogelijk dak ontwerpen dat 72 nader te bepalen belasting- en ophangingscombinaties moest kunnen dragen. Om dit te realiseren, zijn er 150 tot 300 toetsingen nodig geweest. Conventionele rekenmethodes volstonden niet, daarom ontwikkelde ABT een Optimalisatie Toolkit: software die op basis van ingestelde randvoorwaarden de meest optimale constructie voor het dak kan berekenen. Het resultaat is een dak dat geen 100, maar 60 kilo per vierkante meter weegt: het is licht, duurzaam en voordelig. Zo draagt het in belangrijke mate bij aan de betaalbaarheid en de duurzaamheid van het museum. Naast besparing op de kosten betekent dit ook minder CO2-uitstoot aan staalproductie, verwerking, transport en montage.

Hybride vloer

Doordat in het museum naast hangende museumstukken ook zware staande stukken geplaatst zijn, zoals bijvoorbeeld tanks, was het een uitdaging een vloer te berekenen die bij dergelijke puntbelastingen de uitgestrekte vloer heel houdt. ABT berekende dat het hele gebouw op staal gefundeerd moest worden. Door het gebruik van groutankers is de vloer in het zand van de Utrechtse Heuvelrug verankerd. Daarbovenop is een hybride betonvloer gestort, dat zowel dun als sterk en stijf is. Het geheim van de vloer zit hem in de vorming van een wapeningsnet en een uitgekiend betonmengsel waaraan staalvezels zijn toegevoegd.

 

Ophanging vliegtuigen

Doordat vliegtuigen van meer dan 10 ton in bijzondere vliegstanden opgehangen dienden te worden, was de engineering van de ophanging bepaald geen sinecure. Terwijl er nog aan de dakconstructie gewerkt werd, was ABT al bezig met het uitdenken van de ophanging. Dit heeft geresulteerd in een ingenieuze engineering van de ophangpunten, staalkabels en bevestigingspunten zodat vliegtuigen in allerlei standen konden worden gehangen.

Soesterberg - 25-11-2014 - -Het Nationaal Militair Museum. (Foto: Hans Roggen)

Duurzame kwaliteit

De gewichtsbesparing in het stalen dak en de betonnen vloer dragen sterk bij aan de duurzaamheid van het gebouw. Bovendien zijn er op de dakconstructie ook nog eens 3.240 zonnepanelen geplaatst, die samen 753 MW per jaar aan vermogen genereren. In nauw overleg met Heijmans bepaalde ABT de locatie en de hoek van de zonnepanelen.

Nominatie Vernufteling 2013

De staalconstructie van het dak ontving een nominatie voor de Vernufteling 2013. Bekijk hier het bijbehorende filmpje. In de categorie Utiliteitsbouw ontving het Nationaal Militair Museum de Nationale Staalprijs 2016.

Beelden © Anne Reitsma, Gijs Dragt, Pieter Kers en Hans Roggen